Richard Hartmann was namens opdrachtgever Rijkswaterstaat zeer nauw betrokken bij de ontpoldering van de Noordwaard. Als contractmanager is hij verantwoordelijk voor de inkoop van werk en de wijze waarop Rijkswaterstaat aanbesteed. Met de oplevering op 1 oktober 2015 kwam er ook voor hem na vijf jaar een einde aan een intensief en complex project.
U heeft zelf aan de bakermat van het contract gestaan. Wat binnen gemaakt is, kwam vervolgens buiten tot leven. Hoe heeft u dat ervaren?
'Daar is heel veel werk in gaan zitten. We zijn een jaar bezig geweest om het contract te maken en een klein jaar met de aanbestedingsprocedure. 1 maart 2011 kwamen we tot een gunning en in januari 2012 is Combinatie Noordwaard met de daadwerkelijke uitvoering gestart. Tot dan toe heb je eigenlijk alleen maar naar een tekening zitten staren en vervolgens zie je langzaamaan het hele gebied veranderen. Die tekening zat weliswaar in mijn hoofd, maar als er dan ergens iets flink op de schop ging moest ik het toch wel even nazoeken. Omdat er overal gewerkt werd zie je dan niet gelijk de samenhang. Maar na een paar jaar zie je ineens op luchtfoto’s de contouren ontstaan zoals op de tekening. Dat besef is zo machtig!'
Vanuit Rijkswaterstaat is bewust gekozen voor een UAV-GC-contract. Waarom?
'Dat was een heel goed besluit. UAV-GC houdt in dat zowel het ontwerp en de uitvoering als de controlerende taak voor rekening komt van de aannemer. 20 jaar geleden bestond zo’n contractvorm niet. Dat kon ook niet want een aannemer was toen alleen uitvoerder, geen ontwerper. Wat dat betreft hebben aannemers een enorme stap gemaakt. Met zo’n contract geef je alles uit handen aan de aannemende partij en deze bouwt wat hij zelf heeft ontworpen. Weliswaar op basis van onze functionele eisen die in het contract staan. Wij hebben bijvoorbeeld aangegeven waar kades en bruggen moesten komen, ook om de inwoners van het projectgebied van tevoren duidelijkheid en rechtszekerheid te geven. Maar de invulling en vormgeving mag de aannemer dan zelf bepalen. Zo zijn er terpen opgebouwd met een kern van zand en klei, of alleen klei, omdat dat logistiek veel handiger was. Dat was echt een gepuzzel. Uiteraard bleven wij wel zeggenschap houden. En tussentijds hebben we alle facetten van het proces getoetst, van organisatie en kwaliteitsbeheersing tot projectadministratie en uitvoering buiten.'
De ontpoldering van de Noordwaard speelde zich zowat af in de ‘achtertuin’ van onze grondlegger Teus van Oord en ging hem dan ook erg aan het hart. Heeft u daar iets van meegekregen?
'Jazeker! Een paar jaar eerder hebben jullie al project Kleine Noordwaard uitgevoerd en Teus was ook enorm trots dat Martens en Van Oord dit werk mocht doen. Af en toe zag je hem rondjes rijden in de polder om te kijken hoe het werk verliep. Hij had ook regelmatig contact met mijn leidinggevende. Ik heb wel gemerkt dat hij veel belang hecht aan netjes werken en een open en eerlijke communicatie van zijn mensen. Discussies voer je met het vertrouwen er samen uit te komen. Zo heb ik dat ook met projectleider Marco van der Schans ervaren.'
‘Discussies voer je met het vertrouwen er samen uit te komen.’
Vijf jaar lang bent u intensief betrokken geweest bij het wel en wee van de ontpoldering. Hoe kijkt u terug op dit project?
'Dat het er schitterend uitziet! En dat het ons samen gelukt is om er een doorstroomgebied van te maken met enerzijds agrarisch en anderzijds natuurgebied. Ik heb me er met hart en ziel voor ingezet. 24 uur per dag, want het werk laat je nooit los. Het is ook mijn eerste werk dat ik buiten gedaan heb en dan meteen zó groots. Dat is toch heel speciaal. In het begin moesten nog vaak allerlei puntjes op de i gezet worden. Dan ben je al geneigd om alleen de dingen te zien die niet goed gaan, maar ik heb geleerd om te kijken naar de positieve dingen. Want er is áltijd wel iets.'